woensdag 24 april 2013

Geef de beveiligers niet de ruimte!

In de Volkskrant van vandaag (24 april) wordt verslag gedaan van de Kroningsrellen van 1980. Ik mis wat essentieels in dat stuk. Het geeft ook aan hoe weinig de overheid bekend was met de krakerswereld en hoe de toon gezet was door de acties in de Vondelstraat. De politie (en veel krakers ook) was zo gericht op knokken dat alle mogelijkheden tot de-escalatie genegeerd werden.

In de Kinkerbuurt was er een complex dat helaas leeg stond. Onder het motto “zij haar kroning, wij onze woning”, was de bedoeling dit pand te kraken. Ik was bij die actie aanwezig en het was echt niet een klein groepje krakers dat daar op kwam dagen. De uitspraak in de volkskrant dat de leuze van de krakers “Geen woning geen kroning” was, is dus een versimpeling van de werkelijkheid. De wegafzettingen zouden gebruikt worden om een feest te houden. Dat was allemaal om een uur of elf gepland: een mooie tijd om de agressie gericht op de kroning wat te kanaliseren.

Binnen de kraakbeweging was er namelijk nogal wat onrust over de demonstratie van de “Autonomen” die wilden optrekken naar de Dam. Deze provocatie van de “autonomen” viel niet zo goed bij een groot aantal krakers en leidde tot veel discussies. De kraak van het pand in de Kinkerstraat zou een goed alternatief bieden voor protest tegen de kroning. Veel raadsleden wisten overigens van deze actie.

Ik liep rond bij dat pand en zonder duidelijke reden kwam daar de ME aan racen. Later hoorde ik dat de politiecommandant Rhoodes daarover zei: "Ik ben er zeker van dat de CPN achter die rotzooi in de Kinkerstraat zit”. Dat zou mooi zijn geweest van de CPN, want de CPN was bepaald niet populair bij de meer anarchistische kraakbeweging.

ME zette de toon voor de rest van de dag
In elk geval zette dat optreden van de ME de toon. De sfeer onder de krakers was zo gespannen dat een oproep om allemaal te gaan zitten om zo de ME voor l.. te laten staan niets uithaalde. De aanwezigen trokken boos op tegen de ME. Om mij heen hoorde ik diverse krakers zeggen “Ja, nu ga ik dan toch echt naar die demonstratie van de autonomen.!!” Overigens was uiteraard radio STAD aanwezig. Na de melding op de radio dat de ME op de mensen die wilden kraken insloeg spoedden F-siders zich ook naar de confrontatie. De politiehelikopter meldt dan ook dat een groot lint van mensen zich vanaf de binnenstad naar de Kinkerstraat begeeft.

Zo was het politieoptreden zelf mede-aanleiding tot een beschamende “Slag om de blauwbrug”. En hadden verstandige bestuurders het niet tegen gehouden, dan was er flink geschoten.
Een les: geef nooit de beveiligers de ruimte. Die blik is teveel gericht op de strijd en confrontatie.


dinsdag 23 april 2013

Kunnen we nog wel rekenen?

Er is veel aandacht voor lezen en schrijven, maar gaat het om rekenen, dan zeggen mensen vrij gemakkelijk, ach, ik weet het niet hoor! Dat is jammer, want het is handig om toch te kunnen rekenen en zeker om verstand te hebben van statistiek. Hoe vaak word je niet in de war gebracht? Lees even mee.... 

De gevaren van de zendmast
In een dorpje staat een zendmast voor mobiele telefoons. Een actiegroep komt er achter dat mobiele telefoons mogelijk prostaatkanker veroorzaken. De kans op prostaatkanker is 0,001 procent. De actiegroep besluit 1000 mannen in de omgeving te testen. Stel de test om te kijken of iemand prostaatkanker heeft is redelijk goed. Als iemand prostaatkanker heeft, test hij in 95% van de gevallen ook daadwerkelijk positief.

Na de test rent de actiegroep naar de krant. Er zijn van de 1000 mannen 40 gevallen van prostaatkanker ontdekt! Terwijl de kans op prostaatkanker maar 0,001% is, een op de duizend. Dit is zo duidelijk hoger dat de mast zal moeten verdwijnen. De bewoners zijn woedend. De burgemeester schrikt en eist het vertrek van de zendantenne. 

Wat klopt hier niet?

De test gaf al aan dat er wel eens een verkeerde uitslag is. Op duizend mannen zal mogelijk 1 geval van prostaatkanker te vinden zijn. In dat geval geeft de test in 95% van de metingen inderdaad aan dat deze persoon prostaatkanker heeft. Maar hoe zit het met mensen die geen prostaatkanker hebben? Geeft de test dan wel eens een foute uitslag? Stel, de kans op die foute uitslag is slechts 5%. Dan kun je als je 1000 mannen zonder prostaatkanker test gemakkelijk 50 uitslagen krijgen van prostaatkanker: allemaal vals-positief. Het is dus heel goed mogelijk dat er niets aan de hand was! Dan hebben we het nog niet eens over die mannen die in paniek zijn, terwijl ze gezond zijn.

Mensen hebben teveel aandacht voor die 95% (van kleine aantallen) en te weinig voor die 5% (van grote aantallen). Heel logisch, maar niet terecht.

Opnieuw de gevaren van de zendmast
Overigens zijn mensen ook slecht in gemiddelden. Nu gaat de actiegroep opnieuw aan de slag, maar dit keer zoekt ze net zo lang tot ze een dorp heeft gevonden met twee keer zoveel mensen met prostaatkanker dan normaal. Ook in dat dorpje staat een zendmast. Opnieuw wordt de pers ingeschakeld. Opnieuw een burgemeester ongerust. 

Nu zullen meer mensen door hebben dat dit niet klopt. 

Even weer kijken. De actiegroep heeft dit keer niet een test gebruikt, maar daadwerkelijke gevallen gevonden. De gemiddelde kans is opnieuw 0,001 procent, een op de duizend. Als er een dorp is met twee patiënten is de actiegroep klaar, terwijl het ging om een gemiddelde. Er is ook mogelijk een dorp zonder patiënten, dat hoeft niet een extra gezond dorp te zijn. Als iemand zegt dat een riviertje maar gemiddeld 50 centimeter breed is, kijkt die toch echt even voor hij springt of op het stuk waar hij wil springen de rivier iets breder is!

En nog een keer
De actiegroep gaat zijn leven beteren. Ze vraagt aan mensen om zich in te schrijven voor een panel van bewoners. Als ze het panel ondervraagt op de aanwezigheid van een zendmast en vraagt of die leden wel eens last van hoofdpijn hebben, blijkt dat de mensen in de buurt van een zendmast beduidend meer hoofdpijn hebben dan het gemiddelde onder de Nederlandse bevolking.  
Als de actiegroep met alarmerende cijfers naar de pers stapt, is niemand meer geïnteresseerd. Geen wonder: het panel was niet representatief, want er is een grote kans dat juist mensen die zich zorgen maken over zendmasten zich inschrijven. 

De winnaar en quizmaster
En nu de moeilijkste rekentest. Kunnen jullie zelf een beetje rekenen? 

Er is een quizmaster die bij een quiz steeds de winnaar laat kiezen uit drie kastjes. In een van de drie kastjes zit een grote prijs van 1 miljoen euro, in de twee andere zit een klein prijsje van 150 euro.

De quizmaster weet waar de grote prijs zit en haalt elke keer een grapje uit. Als de winnaar een kast aanwijst om open te doen (kast A bijvoorbeeld), schiet de quizmaster naar voren en trekt een kastje (bijvoorbeeld kast C) met een kleine prijs open. “Weet je het zeker? Je kunt ook zo'n klein prijsje krijgen hoor!”. Wat zou je doen als de quizmaster dat heeft gedaan? 

Kies je er toch voor om van kast te veranderen en die andere kast open te maken? De kans op een prijs is in elke kast immers even groot? Waarom zou je dat doen?

  1. ik kies toch voor de andere kast (kast B). Daarmee verhoog ik de kans op winst.
  2. ik kies voor de kast die ik al koos (kast A), de kans dat daar een prijs in zit verandert natuurlijk niet. Er springt niet ineens een grote prijs in. De quizmaster doet dat wel altijd, maar dat is alleen om de mensen zenuwachtig te maken.

    Of is de kans juist groter als je niet wisselt?

Het antwoord is uiteraard: ......(klik hier)

donderdag 18 april 2013

Eén hoofddoekje is geen probleem, drie wel?

Een ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei is een paasei. Wat een rare uitdrukking. Maar misschien zien we het terug in de discussie over hoofddoekjes. Een hoofddoekje is geen probleem, twee hoofddoekjes vinden sommigen niet zo leuk, maar waarom is drie hoofdoekjes ineens Een Probleem?

Eigenlijk ligt dit op het scheidsvlak van psychologie en sociologie. Iemand met een hoofddoekje in een omgeving met voornamelijk christelijke wortels is een individu. Weliswaar een afwijkend individu, maar het hoofddoekje is eerder iets exotisch dan een probleem. Ze wordt ook niet gezien als een vertegenwoordiger van een groep. Met drie hoofddoekjes zien we ineens die personen niet meer als individuen, maar als een groep moslima's. Ondertussen worden de mensen met een kruisje niet door ons gezien als groep, we menen dat die net zo zijn als wij (ook als we agnostisch of atheistisch zijn).

Iedereen maakt stress-hormoon aan
Nu blijkt ook dat iedereen onbewust reageert op zo'n groep. Iedereen maakt zich klaar voor een reactie op het zien van zo'n groep: het stress-hormoon wordt aangemaakt. Maar … niet iedereen reageert daar hetzelfde op. Er zijn mensen die dan hun best gaan doen om dat niet te laten opvallen, of zelfs hun best gaan doen de groep weer terug te brengen tot individuen. Dat heeft weer te maken met vooroordelen, maar dat gaat heel onbewust. Zo was er eens een experiment waarbij studenten met Nederlandse culturele achtergrond moesten samenwerken met een vrouw met een hoofddoekje. De ene helft kreeg te horen dat de vrouw een hele andere manier van werken had. De verschillen werden extra benadrukt. De andere helft kreeg te horen dat er juist veel overeenkomsten waren. De tweede groep bleek uiteindelijk veel beter te kunnen samenwerken.

We komen uit een verzuilde samenleving, maar hebben daarbinnen groepjes gehad die zich gelijk aan elkaar voelden. De protestanten, katholieken en socialisten hadden hun eigen winkels, clubjes, ziekenhuizen. Daardoor zijn we niet gewend geweest de overeenkomsten te benadrukken. Dat ging goed, omdat de groepen niet hoefden te mengen. Nu gaat dat niet meer zo. Er is nu eenmaal een gemengde samenleving.

Hoewel iedereen het individuele tegenwoordig benadrukt denken we nogal eens in groepen. Dat kan mis gaan en dat gebeurt nu al zo'n tien jaar. De PVV (en partijen die zich laten meeslepen) zit de oplossing in de weg, door de verschillen te benadrukken. Die verschillen zijn er wel degelijk (ik merk al verschillen tussen mij (als gereformeerde) en mijn vrouw (als katholiek opgevoed), maar het is gewoon niet productief die verschillen zo te benadrukken. Dat zit hem in de term allochtonen, terwijl het soms al tweede of derde generatie Nederlanders betreft. Daar spreekt weinig respect uit voor de achtergrond van de ander. Terwijl de ander ook moet doorwerken tot zijn 70e, nadenkt over zijn werk en als hij kinderen heeft nadenkt over hoe die goed terecht kunnen komen. 

Respect is geen loze term
Dat betekent niet dat we net moeten doen of iedereen dezelfde achtergrond heeft. Sterker: uit een ander onderzoek blijkt dat hoe meer er respect is voor de andere achtergrond, des te meer zijn mensen bereid zich aan te passen. 

Dus als iemand een hoofddoek draagt of twee paspoorten heeft, lekker laten houden, juist respecteren en zien wat we gemeen hebben: dan zal hij/zij meer zijn best doen erbij te horen.


P.S. Negeren dat stresshormoon helpt overigens ook niet. Dus misschien moeten we wel zeggen dat de politiek al 30 jaar verkeerd heeft gereageerd gereageerd. 

dinsdag 16 april 2013

Wederkerigheid en solidariteit

Het lijkt wel of de jaren van neoliberalisme de essenties van solidariteit hebben uitgewist. Dat is jammer, want echte solidariteit zou in Europa hard nodig zijn, Het wordt tijd daar weer eens aandacht aan te besteden. Het gaat mij dan vooral om de begrippen verbondenheid en wederkerigheid. Bij de Europese sociaal-democraten is dat niet meer gesneden koek. Maar ook de SP hoor je daar niet over: “De SP vreest dat belastinggeld dat naar Griekenland wordt gestuurd, niet terug zal komen“. De SP ziet het als een probleem van speculanten en kapitalisten. We horen niets over een onderlinge verbondenheid, solidariteit en wederkerigheid.

Solidariteit niet vanzelfsprekend
Veel denkwerk over solidariteit stamt uit de tijd van de industrialisatie. De industrialisatie bracht een vergaande verandering in de samenleving, met name door specialisatie. Je kunt dan denken aan de verandering van de gilden der meubelmakers en timmerlieden, naar de specialisatie in fabrieken. In de gilden waren de mensen als vanzelfsprekend solidair met elkaar. Men kon elkaars omstandigheid goed inschatten en men kon zien dat iemand gewoon pech had. Dan lapte men met zijn allen om die pech wat te verzachten. Met wie je solidair was, was goed zichtbaar. Er zat ook een duidelijke wederkerigheid in. Eigenlijk werd goed gekeken of er wel echt sprake was van pech: wie slordig was, werd gewaarschuwd dat er niet betaald werd. Denk aan de boeren die zich niet tegen brand beschermden en wel bij brand een beroep wilden doen op de verzekering. Er was zichtbare wederkerigheid: wij betalen mee, omdat we weten dat jij je best doet om de schade te beperken. 

Er was ook een sterke sociale druk om je te houden aan de normen van de groep.

Dat veranderde met de industrialisatie. Durkheim waarschuwde toen dat solidariteit niet vanzelfsprekend was. Als er geen onderlinge verbondenheid en onderlinge afhankelijkheid gevoeld wordt, zal er minder solidariteit zijn. De vakbeweging wees nogal eens op internationale solidariteit (wederkerigheid werd al snel een minder populair begrip, terwijl dat het behoud van  draagvlak van solidariteit is). De arbeidersklasse was overigens nog redelijk uniform: men kon elkaars omstandigheden redelijk inschatten en voelde zich verbonden met de arbeidersklasse.

Gering collectief bewustzijn, geen verbondenheid
Op het moment is er sprake van gering het collectief bewustzijn, er is weinig onderlinge verbondenheid: het is veel individueler. Wij, werkenden, leven ons weinig in in de problemen van de niet-werkenden, zeker niet met de niet-werkenden ver weg in Spanje of Griekenland. Solidariteit als begrip klinkt verouderd. Het zijn juist die beroepen op solidariteit die de autonomie van de mens geweld aandoen. “Neem zelf dan verantwoordelijkheid!” Dat is de heersende mening. Terwijl het naar mijn idee vooral behoefte is aan zichtbare wederkerigheid.

Solidariteit is voor de samenleving belangrijk in tijden van nood. Die tijden zijn er nu. In Spanje is de jeugdwerkloosheid 50%, dat kunnen we ons niet voorstellen.

Rene Cuperus wees er in de Volkskrant op dat de sociaal-democraten hopeloos verdeeld waren tussen de zuidelijken en de noordelijken (knoflook-rommelaars versus monetaire nazis). De zuidelijken beroepen zich op hoge werkloosheid en grote problemen en willen dat de noordelijken bijspringen. Een beroep op solidariteit dus. Maar de noordelijken wijzen op het slechte bestuur en gemakkelijk leven op Europese subsidies. Het zuiden zou iets moeten doen aan het zwakke bestuur (en bijvoorbeeld de pensioenleeftijd) anders gaat het noorden niet lappen.

Klassieke solidariteit met wederkerigheid
Hier is eigenlijk juist sprake van een klassieke solidariteitsrelatie. Solidariteit vraagt wederkerigheid. Ik lap voor jou als jij de kosten binnen de perken houdt. Wij (Nederland, Duitsland en Finland) lappen voor Spanje, Griekenland en Portugal op voorwaarde dat zij hun best doen om de kosten binnen de perken te houden. Zo niet, dan voelen de noordelijken het als water naar de zee dragen. 

Dat de liberalen dat niet snappen begrijp ik, maar dat de sociaal democraten die wederkerigheid uit het oog hebben verloren is de grote fout van de Europese sociaal democratie.

vrijdag 12 april 2013

Sociaal Akkoord voor placebo beleid

Iedereen kent het verschijnsel van de placebo-pil. Het gaat om een pil waar geen werkzame stof in zit, maar die wel werkt. Stel dat je geen paracetamol hebt, maar wel een suikertabletje. Geef je dat aan iemand die denkt dat het werkt, dan zal dat pilletje net zo goed werken als paracetamol. Op basis van dit effect is wel gepleit voor een positievere en enthousiastere houding van een dokter die middelen voorschrijft. Niet te terughoudend zeggen dat je middel mogelijk werkt, maar met veel verve beweren dat het werkt en de arts is succesvoller.Dat probeert het kabinet ook

Het kabinet probeert met het sociaal akkoord het placebo-beleid uit. De werkgevers en werknemers hebben samen met het kabinet gesproken over maatregelen om uit de crisis te komen. En ze zijn het eens!! Hoera, ga snel geld uitgeven!

Economie is nu eenmaal psychologie, denken veel mensen (en niet onterecht). Zeg nu maar dat je een akkoord hebt en de crisis gaat oplossen, dan krijgen de consumenten weer vertrouwen en gaan ze geld uitgeven. Zo komt de economie weer op gang en stroomt het geld ook bij de overheid weer binnen. Hoewel psychologie een grote rol speelt is er soms meer aan de hand. Dat is nu ook het geval.

Placebo akkoord
Het akkoord is vooral een placebo hoofdpijnpilletje. Het akkoord wordt al historisch genoemd en verwijst naar het akkoord van Wassenaar, toen afgesproken werd dat de vakbeweging de looneisen zou matigen in ruil voor arbeidstijdverkorting om zo meer banen te creëren. Het akkoord van Wassenaar ging overigens gepaard met hele forse ingrepen in de jeugdlonen en de uitkeringen. Zo wordt de Nederlandse arbeidsmarkt weer aantrekkelijk. Het lijkt ook totaal niet op het akkoord dat de SPD in Duitsland sloot, dat ook de arbeid goedkoper maakte.

Deels is dat best, een opkikkend hoofdpijnpilletje. En de harde kanten van het kabinetsbeleid zijn er wat afgeslepen. Niet alleen het akkoord lijkt niet op toen. Het probleem nu lijkt ook niet op de crisis van begin jaren tachtig. De SER constateerde al dat de Nederlandse economie een sterke uitgangspositie heeft. Zijn gedachte is dat als de consument nu wat minder sombert en de woningmarkt weer vlot wordt getrokken, de crisis verdwijnt. Als de vraag weer op gang komt, loopt het verder goed.

Probleem bij de vraagzijde
Anders dan toen is er een verandering bij de vraagzijde.
  • De vraag naar woningen neemt af. Natuurlijk is de woningmarkt niet flexibel, maar in veel gebieden in Nederland daalt het aantal aantal huishoudens: echte krimp. Dat is nieuw. En zet druk op de vermogens, juist van helemaal niet zulke vermogende mensen. In de krimpgebieden is denk ik meer eigen woningbezit onder lage inkomensgroepen.
  • Tweede probleem aan de vraagzijde is de grote invloed van pensioenen. Door de economische crisis zijn de beleggingen van pensioenfondsen niet zo goed. En verder moeten door de lage rentestand de fondsen de uitkeringen verlagen. En de rente gaat niet snel omhoog, want dat zou de overheidsschuld enorm doen toenemen. Verder staat de euro zwak en pleiten mensen als Bolkestein voor een exit van de sterkere landen uit de euro. De sterke landen krijgen dan een nieuwe, sterkere munt. Daardoor zullen de obligaties van de pensioenfondsen – als die in euro's zijn – in die nieuwe sterkere munt minder opleveren: dat wordt opnieuw afstempelen.Kortom: de koopkracht gaat zeker niet omhoog, waarschijnlijk omlaag.
  • Nog een pensioenprobleempje: Het aantal werkenden ten opzichte van het aantal niet-werkenden wordt steeds kleiner door de vergrijzing. En van pensioentrekkers valt niet te verwachten dat ze meer zullen gaan verdienen als de economie aantrekt, zo gaf ik hierboven al aan. Daardoor is er geen sterke opwaartse spiraal.
  • De vraag naar zorg wel neemt toe, maar juist daar is weinig productiviteitsstijging te verwachten. En de betaalbaarheid is een probleem.
Vergrijzende arbeidsmarkt
Verder zal in de toekomst het aanbod van arbeid zakken, waardoor arbeid duurder zal worden. Dat maakt Nederland minder concurrerend, ook omdat het arbeidsaanbod vergrijst, terwijl Nederland het moet hebben van inventieve, nieuwe diensten en producten.

Fundamentele veranderingen
Kortom er is nogal wat aan de hand. En dat is meer dan wat flexibiliteit in de toch al zo flexibele arbeidsmarkt. In de zorg zal de vormgeving en financiering op de schop moeten. In de woningmarkt zal de hypotheekrenteaftrek verminderd moeten worden (met verminderde vraag tot gevolg). De huizenprijzen zullen in gebieden met krimp verder moeten dalen (met verminderde vraag tot gevolg).

De veranderingen in de sociale zekerheid om het stelsel betaalbaar te houden moeten ook doorgaan, ook al zou de economie opleven, vooral waar het gaat om de omslag van inkomenszekerheid naar werkzekerheid, daar is in elk geval wel steun voor.

Kortom het hele idee dat vertrouwen onder consumenten ervoor zal zorgen dat men weer gaat kopen en de economie op gang komt, is niet conform de werkelijkheid. Wat wel had gekund? Meer investeren! In duurzaamheid. Daar zal Nederland een forse slag in moeten maken. Dat levert ook interessante inverdieneffecten op: wie zijn huis isoleert of zonnepanelen plaatst, houdt uiteindelijk meer geld over omdat er minder aan energie betaald wordt. Investeren kennis: de onderwijssystemen dateren van voor de internetrevolutie. Hier valt veel te winnen (zie mijn blog) De hele omwenteling door internet is interessant om in te investeren, juist om de semi-publieke sector te vernieuwen.

Leuk geprobeerd
Het placebo effect van het akkoord zal gering zijn en zeker niet historisch. Jammer, maar wel leuk geprobeerd. 

woensdag 10 april 2013

Verzekeraars en New Kids on the Block

Zijn de verzekeraars te vertrouwen? Kunnen klanten hun risico's ermee afdekken of is het een risico met hen in zee te gaan? De vraag is belangrijk geworden sinds de affaires rond de beleggingsverzekeringen. Veel mensen dachten geld te kunnen verdienen door het aanschaffen van beleggingsverzekeringen. Deze verzekeringen waren echter onduidelijk, de risico's waren groter dan veel mensen zich realiseerden en de kosten waren hoog. Dat beseften mensen toen stijgingen op de beurs niet meer vanzelfsprekend bleken en hun beleggingsverzekering geld kostte in plaats van dat het wat opbracht. Het vertrouwen in verzekeraars stortte in en is nog niet hersteld. Of ze het nu niet meer gaan verprutsen is niet duidelijk, ook niet na lezen van de nieuwe brochure "In eigen hand", over zelfregulering.

Klant moest meer eigen keuzen maken
De beleggingsverzekering kwam op toen de overheid minder optrad als beschermer van consumenten en meer ging rekenen op toezicht en de eigen keuze van de klant. Klanten waren daar nog niet aan gewend. Verzekeraars waren weliswaar erg goed in de kleine lettertjes, ze waren wel te vertrouwen, zo was het beeld. Maar welke verzekeraars waren te vertrouwen? Wat te denken van Falcon leven? Eagle Star? Royal?

De verzekeraars ging namelijk steeds meer concurreren. Een impuls werd gegeven door nieuwe aanbieders uit het Verenigd Koninkrijk. In 1988 was de helft van de aanbieders van beleggingsverzekeringen Brits. Een andere nieuwe speler was Piet Bloemink, die het bedrijf Legio Lease startte. Het werd later overgenomen door Bank Labouchere, overgenomen door Dexia, die belangrijke speler wilde worden in Nederland. 

Deze “New kids on the block” en vooral Legio Lease en spelers als DSB, waren niet terughoudend bij het aanbieden van de beleggersverzekering. Het waren beleggingsverzekeringen met een marktaandeel dat startte op nul procent. Let wel. In 1995 constateerden de AFM en de Consumentenbond al dat de beleggingsverzekeringen niet transparant waren en dat er hoge kosten aan verbonden waren.

Eigenlijk werd niet gekeken of het product een oplossing voor de klant was, maar hoeveel er aan een klant verdiend kon worden. Veel geld, zo bleek al snel, erg veel geld. Daarop pasten meer verzekeraars hun marktstrategie aan. De rest is geschiedenis en het vertrouwen zakte toen de beurs instortte.

Vertrouwen herstellen door vernieuwing
Hoe moet het nu verder met de handelaren in vertrouwen die verzekeraars uiteindelijk zijn?
Verzekeraars vernieuwen is een programma om het vertrouwen van klanten in verzekeraars te herstellen. 

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het vertrouwen is inderdaad snel gezakt en komt moeizaam weer terug. Het programma verzekeraars vernieuwen wil meer prikkels om positie van de klant te versterken, wil problemen oplossen en de maatschappelijke waarde van verzekeraars centraal stellen in plaats van verzekeringen als verdienmodel te hanteren. 

Inmiddels houden verzekeraars zich in het algemeen netjes aan hun gedragscode en verantwoorden zich over de wijze waarop ze hun producten toetsen aan klanten en hoe ze het risico beter in de gaten kunnen houden. Er is ook een tuchtraad Financiële Dienstverlening en een toetsingsorganisatie rond de gedragscode van verzekeraars. De brochure In Eigen Hand geeft aan hoe de verzekeraars de zelfregulering organiseren.

Overigens moest SNS Reaal nog recent gered worden vanwege haar riskante strategie. Onder de huidige crisis krijg je de boel niet gemakkelijk op orde.

Keurmerk, gedragscode en goede governance
Het keurmerk Klantgericht verzekeren is zo'n initiatief om de klantgerichtheid van verzekeraars te verbeteren. Het keurmerk toetst in hoeverre de verzekeraar de klanten netjes behandeld en de klanten goed informeert. Prima initiatief waarbij de eisen elk jaar opnieuw aangescherpt worden. Niets mis mee. 

En hoewel de nazorg rond de beleggingsverzekering tegenvalt, hebben de meeste verzekeraars hun processen meer ingericht op de klant, zo leggen duidelijker uit wat ze doen en ze bekijken nieuwe producten beter op de waarde voor de klanten. 

Uit het onderzoek naar de naleving van de Governance code Verzekeraars blijkt dat, gemeten naar premievolume, 71% van de markt, de Code voor 80-100% toepast. Als we daarbij voegen de groep die aangeeft de Code of onderdelen daarvan na te leven en/of in de toekomst toe te zullen passen, komen we uit op 99,8%. Dan blijft slechts 0,2% over, net iets meer dan waarmee Legio Lease startte.

Maar wat gaat er gebeuren als er een New Kid on the Block komt?

Maar wat als er weer een nieuwe speler toetreedt?
Bij de ziekenhuizen werd eens een management game gehouden om te kijken wat ziekenhuizen zouden doen als er nieuwe concurrenten kwamen. Beleidsmakers moesten een traditioneel ziekenhuis spelen of een nieuwe toetreder of een groep patiënten. Opvallend was dat de mensen die het traditionele ziekenhuis moesten spelen zich gingen uitleven om de kwaliteitszorg te verbeteren en beter monitoren en verantwoorden, een soort keurmerk klantgericht ziekenhuizen. Niets mis mee.

Maar wat deed de nieuwe speler? De nieuwe speler verraste iedereen door zich helemaal niets aan te trekken van betere monitoring en betere kwaliteitszorg. “Wij gaan lekkerder eten serveren!” Daar hadden de traditionelen niet op gerekend.

Zijn het keurmerk en alle andere zelfregulering van de verzekeraars bestand tegen een nieuw Kid on the Block die zoiets levert? Die gaat inspelen op de hebberigheid van de klant en zijn behoefte om niets te controleren en kleine lettertjes niet te lezen? Is de zelfregulering echt op orde, ook als de maatschappelijke onrust geluwd is? Met verzekeraars die aandeelhouderswaarde willen creëren?

In Eigen Hand, brochure van het verbond van verzekeraars

maandag 8 april 2013

Mark my words: klein gaat heel groot worden!

Op twitter volg ik die mensen die de zelfde interesses heb als ik. Dat is weliswaar een bonte verzameling interesses, maar het is een beperkt publiek. Hoewel de een econoom is, de ander socioloog en de volgende daar helemaal niet om geeft, zullen de mensen in een gezamenlijke ruimte geplaatst het vast met elkaar kunnen vinden. Er zitten geen PowNews-fans of andere fanatieke gelovigen tussen (in wat dan ook). Fact free politics is geen optie. Het zijn qua burgerstijl eerder de pragmatici en verantwoordelijken:participerend, geïnformeerd en met hoge status (in de termen van Motivaction). Zie afbeelding.

Dat is gemakkelijk. Mensen die elk gesprek aangrijpen om mij te waarschuwen voor de gevolgen van straling van mobieltjes, of wijzen op de gevaren van een tsunami van Marokkanen, van vleeseten, vaccineren of van het niet respecteren van de zondagsrust: ik kom ze zelden tegen. Dat is fijn! Mijn kleine gemeenschap is heerlijk: kleine gemeenschappen: dat gaat heel groot worden. 

Maar het is ook jammer dat je die kleine gemeenschap hebt met "ons soort mensen", want het beperkt ook het zicht op de samenleving.

Eenzijdige ecosystemen
Steden met wijken die bestaan uit alleen dezelfde soort mensen en die geen diversiteit hebben zijn ten dode opgeschreven. Het zijn eenzijdige ecosystemen die zich niet verversen. Zou er eerder aandacht geweest zijn voor diversiteit en vitaliteit van buurten , dan was de Bijlmermeer niet gebouwd. Jane Jacobs pleitte al in de jaren 60 voor vitaliteit en levendigheid door de opeenstapeling van functies: zo ontstaat creativiteit en een leefbare wijk met de formele en informele regels van sociale omgang die steeds weer bijgesteld en vernieuwd worden.Haar ideeen braken pas in de jaren '80 door.

In kleine gemeenschappen met de noodzaak van debatten om het met elkaar eens te worden is de democratie uitgevonden. Juist in die buurten en wijken die vitaal zijn kan de democratie ook uiterst vitaal zijn.

Internet met diverse Bijlmermeren
Op internet zijn we nu diverse Bijlmermeren aan het bouwen. Heerlijke eigen gemeenschappen! Maar wel erg eenzijdige ecosystemen. Geen Stijl is daar een voorbeeld van, maar Joop waarschijnlijk net zo goed. De diverse bevolkingsgroepen luisteren niet naar elkaar. Ik hoor er ook bij, want als iemand mij probeert te overtuigen met een link naar GeenStijl of Dumpert haak ik al snel af. Daardoor is er ook weinig compassie met PVV stemmers en krijgen hun angsten en problemen niet de serieuze aandacht die ze verdienen. Anderzijds luisteren de PVV stemmers niet naar de waarschuwingen dat hun oplossingen niet werken.

De waarde van diversiteit
In de confrontatie tussen verschillende culturen zit een last, maar is ook juist veel creativiteit te vinden. Je wordt gewezen op je blinde vlekken, op gemakkelijk oordelen en je kunt geïnspireerd worden door rare vondsten in muziek, kunst en cultuur. Je leert weer echt met mensen omgaan. Mensen die moeilijke sociale ontmoetingen uit de weg gaan takelen eerder af. En de democratie is gebaat bij debatten zonder al te veel dogma's waarover niet gesproken wordt: juist over die dogma's passen debatten.

We hebben eerder perioden gehad dat groepen langs elkaar heen leefden. De verzuiling: Nederland is er groot mee geworden. Maar toen waren er leiders die gezag hadden en met elkaar in gesprek moesten. En de politiek lag dichter bij de mensen, steden waren lang niet zo groot als nu. Nu niemand zich echt vertegenwoordigd weet en mensen zich niet meer schikken naar de compromissen van de politiek leiders is er meer debat nodig tussen mensen met verschillende achtergronden en stijlen. Dat lukt niet in de Bijlmermeren van Internet. En het gaat ook niet lukken in de gemeenten van Plasterk. Mensen in een keurslijf dwingen zal ook niet werken. 

We moeten kijken waar mensen elkaar ontmoeten en hoe ze dan met elkaar omgaan.

De wijk en buurtgemeenschap opnieuw uitvinden
Dat omgaan met elkaar leren ze gewoon in hun wijk, de school, de supermarkt: op lokaal niveau. Daar wordt je weer burger, in plaats van "ons soort mens". Juist in tijden van internet zal de democratie daarom vorm moeten krijgen in de scholen, sportverenigingen, wijken, buurten en dorpen. Dat is de enige plek waar mensen nog naar elkaar moeten luisteren. Waar ze in hetzelfde schuitje zitten omdat ze zonder samenwerking niet verder komen. Op menselijke schaal. Dat zou ook voor de politiek moeten gelden. Maar die gaat juist steeds de grotere schaal op zoeken.

Is dit nu echt een tijd om gemeenten te fuseren en aan schaalvergroting te doen?! 

Klein gaat juist heel groot worden.

vrijdag 5 april 2013

Nederland niet kapotbezuinigen?

Het is nogal in de mode om over de bezuinigingen te zeggen dat Nederland kapot wordt bezuinigd. Het is ook in de mode om daar tegenover te stellen dat het begrotingstekort nu al meer dan 3% is en dat de overheidsschuld uit de hand loopt. Moeten we de economie juist stimuleren? Of moeten we het ingezette beleid doorzetten?

Uitgeven in crisistijden?
Jammer dat het debat zo in korte statements gevoerd moet worden. Het ligt namelijk ingewikkelder, veel ingewikkelder. Allereerst het Keynesiaanse verhaal dat de overheid in tijden van crisis juist geld moet uitgeven. Dat is economisch gezien juist. Daar staat tegenover dat dan in tijden van overvloed gespaard moet worden. Omdat politiek leiders weten hoe moeilijk het is om in tijden van overvloed geld te besparen, denken ze dat het niet zal lukken om de schuld weg te werken in goede tijden. Psychologisch is men nu toe aan bezuinigen, dan is het jammer om dat momentum niet te gebruiken om wat aan de schuld te doen. Wat economisch juist beleid is, kan in tijden van overvloed wel een hell of a job zijn. De Grieken en Cyprioten moeten nu wel bezuinigen, want in tijden van overvloed lukte het niet.Nu is het besef er dat er iets moet veranderen.

Begrotingstekort op 3% maximeren?
Opnieuw jammer dat het in korte statements moet. Het gaat namelijk niet over het begrotingstekort, maar over de overheidsfinanciën. Je kunt het begrotingstekort terugbrengen door burgers en bedrijven meer te laten betalen of door structureel de uitgaven van de overheid te verminderen. Het tekort maximeren op 3% is juist in crisistijden niet handig. Wat de overheid uitgeeft moet zij eerst wegbelasten of weglenen bij het publiek. Dat geld kunnen consumenten dan niet uitgeven aan winkeliers en kan de kapitaalmarkt niet uitlenen aan bedrijven. 
Maar dat de overheid de eigen uitgaven beperkt is verstandig. Met de vergrijzing kunnen we immers niet rekenen op tijden van mooie economische groei. De schuld als percentage van het BBP verdwijnt niet vanzelf doordat het BBP gaat groeien. Dat gaat misschien op voor een niet vergrijzend land als de VS, maar wel voor Nederland. Never waste a good crisis schreef ik al. 

Nederland wordt kapotbezuinigd door Rutte?
Weer een korte statement Er wordt helemaal niet zo hard bezuinigd door de overheid, maar wel door burgers en bedrijven. Ja, er zijn pijnlijke bezuinigingen waarbij mensen geen vergoeding meer krijgen van de overheid, maar dan moeten de mensen dat vervolgens zelf betalen. Er werd en wordt geen eurocent bezuinigd door Rutte I en Rutte II. Er wordt al jaren steeds meer uitgegeven dan er binnen komt. Wel worden lasten naar burgers doorgeschoven. Dat heeft alleen zin als de mensen daardoor beter nadenken over de lusten en de lasten en geprikkeld worden tot efficiëntere keuzen, zoals eigen bijdragen invoeren om na te laten denken of de uitgave wel opweegt tegen de lasten. Een inkomensgerelateerde bijdrage aan de zorg zou best slim zijn. De echte fundamentele ingrepen liggen in de aanpak van de hypotheekrenteaftrek, maar dat levert op korte termijn helemaal niet zoveel op. En in de hervorming van de zorg, maar ook dat levert op korte termijn niet zoveel op. Zeker niet als je het hervormen noemt maar gewoon de mensen meer zelf laat betalen.
Schuld ontwikkelde landen als perc BBP(rood= ontwikkelde landen)

Never waste a crisis
Zo zien we dat de tegenstelling wel gecreëerd wordt, maar dat er eigenlijk helemaal niet zoveel verschil van mening is.
  1. Nederland moet op de lange termijn de overheidsfinancien op orde brengen.
  2. Het percentage van 3% in tijden van crisis is niet waar het om gaat, maar het fundamenteel hervormen is waar het om gaat
  3. Daarvoor is ook in tijden dat het beter gaat steun van het publiek nodig.
Maar zolang het publiek geen eigen verantwoordelijkheid krijgt en alleen de vragen voorgelegd krijgt "bezuinigen of niet"? Dan zegt het publiek natuurlijk: "niet bezuinigen". Zou je je echt eigenaar van onze overheid voelen, dan denk ik dat er genoeg gezond verstand bij de mensen is om in tijden van overvloed wel goed te letten op de financiën. Niet iedereen, maar een grote meerderheid wel, zeker als we daar nu de basis voor leggen door te hervormen. Dan is de vraag niet: wat gaan Rutte en Samsom doen, maar wat gaan wij doen om deze crisis niet verloren te laten gaan?