woensdag 24 juli 2013

Collectieve besluiten en individuele rechten

Wij leven in een buurtje waar de bewoners zelf meebetalen aan een aantal collectieve voorzieningen. We hebben een fantastische publieke ruimte met schommels, een vuurplaats, zitjes en een zandbak. Dat kan allemaal als je gezamenlijk geld bij elkaar legt en bereid bent de handen uit de mouwen te steken. Zo helpen bewoners eens in het half jaar in het weekend om het buurthuis schoon te maken. In het voorjaar zijn er gezamenlijke tuinwerkochtenden en omdat je zo elkaar leert kennen zijn dat ook leuke gezamenlijke bezigheden. Veel samen doen heeft veel voordeel, maar lastig is het om dan de individuele rechten in het oog te houden.

Collectief besluiten is moeilijk
Dingen collectief doen is leuk, maar het nemen van besluiten is lastig. Op vergaderingen wordt geprobeerd besluiten te nemen die kunnen rekenen op de steun en acceptatie van iedereen. Ik maak onderscheid tussen steun en acceptatie, want soms accepteer je dat de meerderheid iets anders wil dan jij. Zo zou ik het prima vinden als mijn buren de regenpijp rood zouden verven, maar anderen hebben daar vergaand bezwaar tegen. Zij bewaren liever meer eenheid in uitstraling.

Veel gaat op vrijwillige basis: wie in de tuin wil werken doet dat, wie iets anders wil bijdragen doet iets anders en wie niets wil, doet niets, Maar de financiën zijn niet op vrijwillige basis: anders liften mensen gratis mee, in economische termen: free riders. En het afdwingen van eenheid in het uiterlijk is ook zoiets. Dat weet je van tevoren als je in de Kersentuin woont, maar je ziet toch dat het collectief iets afdwingt van het individu. Het is net de landelijke politiek.

Besluiten die aan individuele rechten raken
Maar het nemen van besluiten over die collectieve zaken die aan rechten van individuen komen is lastig. Zo geeft een barbecue in de openbare tuin lawaai. Er zijn dus mensen die daar last van hebben. Die zouden het liefst besluiten dat er geen lawaaierige barbecue mag. Maar het is publieke ruimte dus je kunt als collectief veel besluiten, maar niet wat iemand in de openbare ruimte niet mag doen. Wie dan voor zijn recht opkomt om bijvoorbeeld in de tuin te mogen roken, wordt al snel gezien als zeur. Voor de barbecue gelden dus ook de regels die je elders rond openbare ruimte hebt en niet meer dan dat. Het besluit om in onze tuin roken te verbieden zou onrechtmatig zijn. Geen lawaai meer in de tuin na half negen 's avonds zou dus ook niet besloten kunnen worden. Versterkte muziek is natuurlijk wat anders. (Het is voor zover ik weet ooit voorgesteld)

Waarborgen voor individuen stevig vastgelegd
Gelukkig zijn er in de maatschappij ook waarborgen voor het individu. Zo zijn er rechten vastgelegd zoals het eigendomsrecht. Ooit waren enkele bewoners bang dat een van de mensen zijn huis zou onderverhuren. Dat wilde men niet, want wie zou daar wel niet in kunnen komen te wonen? Maar het eigendomsrecht is goed verankerd: je mag zelf beslissen of je je huis onderverhuurt, alleen als die onderhuurders overlast veroorzaken hebben de buren het recht om daar iets tegen te beginnen. Je mag vrijheid van individuen niet zomaar beperken, er moet altijd een wettelijke basis voor zijn. Je recht gaat zover tot de overlast die je anderen geeft. Je vrijheid gaat zo ver tot je de vrijheid van anderen beperkt. Het ooit aangekaarte verbod op onderverhuur is daarom nooit op de agenda van de vergadering gekomen.Gelukkig, want het zou een onaangename (en nutteloze) discussie zijn geweest tussen de mensen die het willen verbieden en de persoon die op zijn recht staat (en dus helemaal niet in discussie hoeft te gaan).

Maar een ander punt is wel op de agenda gekomen. Zo mag je eisen dat mensen een bijdrage betalen aan de vereniging, maar mag je niet eisen dat ze aan het werk gaan voor de vereniging. Je mag geen corvee afdwingen van mensen die de ruimte verder niet gebruiken. Als je dat opmerkt, bijvoorbeeld over het schoonmaken van de collectieve ruimte buitelen mensen over mij heen om dat alsof ik “in strijd met de geest van de Kersentuin” handel. Terwijl er mensen zijn die nooit van die ruimte gebruik maken en er wel aan meebetalen, die echt bezwaar hebben, maar die durven of willen niet op de vergadering te komen. Het zijn er helemaal niet veel, maar die uitzonderingen moet je ook hun individuele rechten gunnen.

Mensen die stevig in hun schoenen staan
Zo verliest het collectief uit het oog dat je erg voorzichtig moet zijn om de rechten van het individu te beperken. Dat mag alleen bij wet of door het vooraf in de bij de notaris vast te leggen in de splitsingsakte. Beroep je je op dat individuele recht, dan moet je plotseling stevig in je schoenen staan. En dat zou niet moeten.

Nu moet gezegd worden dat de Kersentuin bevolkt is met redelijke mensen. Men is bereid naar elkaar te luisteren en de rust te nemen om iemand uit te laten praten. Dat vergt wat tijd, want in eerste instantie ga je nogal tegen de collectieve gedachte in. Je verpest het feestje!

Waarmee we maar weer zien dat een democratie niet alleen rechten van individuen nodig heeft, maar ook mensen die redelijk zijn en naar elkaar luisteren. .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten