vrijdag 31 januari 2014

Emotie is zwart-wit, verstand is grijs

In de Middeleeuwen konden mensen uitzinnig blij en uitzinnig verdrietig zijn. Daar was ook alle reden toe. Kou was toen ook echt koud en als je arm was, was je echt arm. Ziek was ook echt ziek. Tegenwoordig is dat gelukkig beter. Maar veel mensen vinden dat jammer. Niet alleen omdat vroeger zowiezo alles beter was, maar omdat het zwart-witte denken zoveel prettiger is. We zijn veel te genuanceerd, veel te beheerst. Mensen hebben liever een plattere wereld met duidelijke tegenstellingen. Goed en fout, niet iets er tussenin.

Af en toe is die Middeleeuwse geest met uitzinnige woede, verdriet en blijdschap weer helemaal terug. Het viel mij het eerst op bij de dood van Lady Diana, maar ook bij André Hazes. Mensen kunnen zo verschrikkelijk verdrietig zijn over iemand die ze niet eens kennen. Tegenover die grote verslagenheid staat dan de intense blijheid van een wereldkampioenschap. Het lijkt wel of mensen diep in hun hart behoefte hebben aan deze grote uitersten. Ik zie het bij mijn kinderen: de enorme blijdschap en het uitzinnige verdriet. En het is niet zo dat volwassenen door ervaring die uitersten kwijtraken, we leren ons beheersen en de ratio zwakt de emotie af. Het is zo ook gemakkelijker samenleven met 17 miljoen mensen. Bij de uitzinnige vreugde van voetbal knelt het in elk geval.

De zwart-wit geest wordt versterkt door de media, vooral met de korte berichtjes van twitter, maar net zo goed in de krant of op TV. Met teleurstelling kom je niet meer in de krant, nee, je moet woedend zijn. "Mad as hell and you are not going to take it anymore!".  Rob Wijnberg zegt "In de media gaat alles snel en in oneliners. Dat zorgt ervoor dat je de realiteit steeds op dezelfde, dominante manier gaat bekijken. Nieuwe ideeën vergen meestal meer ruimte om uit te leggen dan je in een krantenartikel of journaalreportage krijgt".

Besmette politiek
Politici nemen dat over, want columnisten hebben zich uitgesproken over het probleem dat de politieke partijen teveel op elkaar lijken. Met Wilders is het veel leuker en een forse clash tussen Roemer en het kabinet is leuker dan genuanceerde oppositie. Pim Fortuyn was succesvol met kritiek op de "Puinhopen van paars". Daarna kwam Balkenende en dat was natuurlijk weer een puinzooi. En in het huidige kabinet wordt de hele verzorgingsstaat afgebroken.

En is de oogst van Nederland mager? Ook wij zitten met de crisis. Dat we er beter voorstaan dat vrijwel alle eurolanden doet er even niet toe. We hebben beter onderwijs, een lager overheidstekort, een lagere werkloosheid en zeker lagere jeugdwerkloosheid. Natuurlijk: die werkeloosheid is te groot, er lopen ook in Nederland graaiers rond, we zullen moeten zorgen dat op termijn het begrotingstekort teruggebracht wordt. Er valt veel te doen. Maar in plaats van zwart-wit mag het wel wat grijzer.


Waarom zo ongenuanceerd?
In een commentaar op kritiek van organisaties uit het middenveld die zo weinig in het nieuws komen reageerde journalist Yves Desmet gevat: "Jullie gaan grondig te werk, bestuderen problemen traag en komen dan met genuanceerde antwoorden. Allemaal zaken die wij uiterst vervelend vinden." (hier in geef het middenveld meer ruimte)


Ik schreef al eerder: We hebben geen politici meer nodig het komende decennium, maar relativerende komedianten, zoals Jon Stewart met zijn rally to return sanity. Een bijeenkomst met tienduizenden mensen om het gezond verstand in ere te herstellen en een oproep tot fatsoen. “Ours is a rally for the people who’ve been too busy to go to rallies, who actually have lives and families and jobs (or are looking for jobs)’ not so much the Silent Majority as the Busy Majority. If we had to sum up the political view of our participants in a single sentence. we couldn’t. That’s sort of the point“. 

De emotie is zwart of wit, het gezond verstand is grijs.

vrijdag 24 januari 2014

Erger dan blinde drift: een ander moreel systeem

'Blinde Drift' is een portret van de 26-jarige skinhead Anne uit Friesland. Als in de zomer van 2011 zijn beste vriend op sterven ligt en de ambulance pas laat arriveert, raakt hij buiten zinnen. Volgens de rechter zou hij het ambulancepersoneel hebben bedreigd met de woorden: “Hij dood, dan ook jullie dood!” Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf. Anne bestrijdt de doodsbedreiging en gaat in hoger beroep. De camera volgt hem in de voorbereiding.

Ik heb genoten van deze EO documentaire. De documentaire maakt niet duidelijk of hij terecht in hoger beroep gaat. Er is genoeg twijfel om niet zeker te weten dat hij de doodsbedreiging heeft geuit. Maar interessanter is de persoon en zijn manier van denken.

Het gaat over een totaal verschillende kijk op moraal. Wij denken aan rechtvaardigheid en wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Deze gulden regel is voor de hoofdpersoon geen gesneden koek. Hij heeft een heel andere moraal. Veel basaler, minder anoniem: je gaat voor je vrienden door het vuur. En dat is niet zomaar een ingeving.

Hij is gefascineerd door de Nazis, maar zegt “ja, dat met die joden hadden ze anders moeten aanpakken”. Wat hem aansprak was de kameraadschap en voor elkaar bereid zijn te sterven. Hij schrijft vanuit de gevangenis dat hij van zijn moeder houdt. Zijn moeder is geroerd, terwijl ze ook weet dat de jongen helemaal verkeerd bezig is. Hij heeft een schuld van 142.000 euro, maar dat is nu eenmaal een schuld aan het systeem, daar gaat hij zich niet druk om maken.

Trots op eigen moraal
Het wereldbeeld is consequent, hij is er trots op en alles wat er niet in past kan hij uit de weg gaan. Politiemannen die komen vertellen dat hij overlast veroorzaakt, kunnen een grote mond krijgen en werden vroeger in elkaar geslagen. Waarom hij dan zo doet? Ach als die buren het lef niet hebben om het hem zelf te vertellen zijn ze het ook niet waard. (Dat hij de boodschapper nogal eens heeft aangevallen doet er dan niet toe). Hij staat voor een hele andere wereld. Niet bang zijn, voor je vrienden door het vuur gaan, schulden aan je vrienden los je in, aan de rest niet.

Tja, hoe ga je daar mee om? Confronteren? Die jongen kan alle inleving uit de weg gaan. Via internet vindt hij gelijkgestemden die zijn wereldbeeld bevestigen. Eigenlijk heeft hij het met internet veel gemakkelijker dan vroeger. Wat hij zijn buren ermee aan doet? Maar dat zijn toch slappelingen, die geen eer hebben. Het ambulancepersoneel bedreigen? (hij zegt dat hij dat niet deed, een maat deed dat). Ach je bent uiteraard kwaad dat de ambulance te laat komt, ze moeten begrijpen dat je dan boos bent, je vriend ligt toch op sterven? En het rare is dat daar de enige inleving gevraagd wordt, van de anderen natuurlijk, maar toch. 

Geen blinde drift
In elk geval is de titel verkeerd gekozen. Het is geen Blinde Drift. Hij heeft er een systeem achter, met ongeschreven regels, want geweld is niet altijd toegestaan, net als bij de door hem zo bewonderde nazis. Vandaar dat hij trots is en geen excuses wil aanbieden voor de doodsbedreiging. Dat zou ten koste gaan van zijn eer en reputatie.
Een aanrader, vast te vinden op  http://www.npo.nl/blinde-drift-3doc/23-01-2014/EO_101209572
 

woensdag 22 januari 2014

Democratie is rekening houden met iedereen


Democratie leer je niet van de televisie. Het beeld dat je van de televisie krijgt is dat van The Voice of Holland of Expeditie Robinson: mensen doen hun best, terwijl jij op de bank toekijkt. Vervolgens pak je je telefoon om mensen er in te houden of er uit te stemmen. Dat vervormt tot een raar beeld van democratie: de kracht van de meeste stemmen.

Met genot als lokaas jagen zij op domheid’
Plato meende al dat democratie zou leiden tot veel behoefte aan vrijheid en weinig drang tot zelfbegrenzing. Het zou leiden tot chaos, politici die op verzoek van het volk jagen op domheid (en behoeftebevrediging). Hij was meer voor het bestuur door de elite, de aristocratie. De elite zou niet de behoefte voelen om zijn best te doen elke rare gril van de massa te willen vervullen.

Verantwoordelijkheid niet ontlopen
Overigens had de Atheense democratie al gepoogd om iets te verzinnen op rare besluiten: het schervengericht. Daarmee konden mensen die de stad de ellende in hadden geleid gestraft worden. Stel dat het volk inzag door rare besluiten de stad in ellende was geraakt, dan konden de burgers in de Volksvergadering besluiten dat er een ostracisme moest worden gehouden. Dan kon iedere burger op een bepaalde dag in de Agora de naam van een door hem gewraakte politiek leider op een stuk gebroken aardewerk (vandaar de naam, ostrakon = scherf) schrijven. Als er minimaal 6000 scherven waren beschreven, werd de persoon wiens naam het meest werd genoemd voor tien jaar verbannen uit de stad, met behoud van bezittingen en burgerrechten. 

Ook Socrates die het slachtoffer werd van de democratie gaf aan dat de verantwoordelijkheid niet ontlopen kan worden. ‘Als u denkt dat u door mij te doden verlost bent van de plicht verantwoording af te leggen voor uw manier van leven vergist u zich’. 

Ook dat schervengericht kon echter onderdeel zijn van de machtspolitiek. Wilders is daar nu mee bezig en schrijft op alle scherven "PvdA" of "links Nederland". Maar hij doet dat om er zelf beter van te worden en niet op basis van deugdelijke argumentatie. De rest begint daar al aardig in te trappen. 

Verantwoording, maar ook agenderen, delibereren en controleren
Bij democratie hoort dus verantwoording. Maar er is meer. Ik merk dat in de praktijk van de Kersentuin, waar we met zijn allen besluiten nemen, zelf de buurt onderhouden en een eigen buurthuis hebben. Bij democratie denken de meeste mensen aan besluiten. Met meerderheid van stemmen besluit de volksvergadering. Maar misschien zijn de andere onderdelen wel veel belangrijker. Ik noem vijf onderdelen.

  1. Agenderen: wat gaat er eigenlijk besproken worden?
  2. Delibereren: op welke wijze ga je argumenteren?
  3. Besluiten
  4. Verantwoorden: wat is er vervolgens gebeurd?
  5. Controleren en bijstellen: waar leidden de activiteiten toe en vraagt dat bijstelling en agendering?
Dat is nogal wat. Want nu komen ineens ook de rechten van minderheden om de hoek kijken. Het lukt sommige mensen nu eenmaal beter dan anderen om zaken te agenderen. Dan kun je nog zo netjes besluiten, maar de frustratie blijft bij een aantal mensen en er kan een blinde vlek liggen bij de meerderheid. Ook delibereren vraagt nogal wat: hoe kun je netjes met elkaar beargumenteren waarom een bepaald besluit het beste is zonder elkaar uit te maken voor rotte vis? Hoe ga je om met mensen die beledigen tot een kunst hebben verheven zoals Geenstijl? Dat zijn zaken die je moet leren.

Democratie is ook een worsteling om rekening te houden met iedereen
Ik heb even democratie gegoogled en daar kwam, na de wikipedia-definitie van volksheerschappij, de Doe-democratie al op de tweede plaats na wikipedia. De vraag is of met die doe-democratie tegemoet wordt gekomen aan de misvatting dat democratie gaat over de meeste stemmen. “Het kabinet beschouwt maatschappelijk initiatief en sociaal ondernemerschap – de zogeheten ‘doe-democratie’ – als een krachtige ontwikkeling die ruimte en vertrouwen moet krijgen. De initiatieven liggen bij burgers. De overheid past een bescheiden rol. Wel moet zij actief bijdragen aan de doe-democratie.”

Wij hebben in de Kersentuin een doe-democratie, maar met initiatieven alleen krijg je al snel dat de mensen die minder actief zijn mopperend terzijde blijven staan. Vooral agenderen komt in de verdrukking. Er wordt alleen geagendeerd door mensen die daar vaardig in zijn. En als iemand anders agendeert loopt hij of zij wel stuk op de tweede fase (delibereren), dat kunnen anderen vaak veel beter. Kortom: als je niet oplet is het niet democratisch omdat je niet rekening gehouden hebt met iedereen. Dan keren groepen die zich niet gehoord voelen zich af.

Het is lastig om met iedereen rekening te houden. In elke regeringsvorm zie je dat terug. De democratie is beter dan andere vormen in staat rekening te houden met iedereen. Dat moet gekoesterd worden.

Meer dan ooit: agenderen en delibereren
Met de lagere opkomst bij de verkiezingen en de trend om je op te sluiten in je eigen groepje wordt het steeds moeilijker met iedereen rekening te houden. Je eigen media, je eigen “geenstijl”, “joop” of weet ik waar je je ergernis uit: alleen jouw soort mensen kennen jouw soort ergernis. En alleen jouw soort mensen luisteren naar jouw soort argumentatie.

Nederland is bij uitstek geschikt geweest om met iedereen rekening te houden. De Nederlanders moesten wel om geen natte voeten te krijgen. Dat lijkt nu weg. Tune in op de i-samenleving (informatiesamenleving) is het devies (hier). Het kenmerk van de i-samenleving is dat je je eigen vrienden gemakkelijk kunt opzoeken en zo je met elkaar verbinden. Maar het is geen i-samenleving, maar het zijn i-samenlevingen. Je kunt je namelijk niet alleen makkelijk met je vrienden verbinden, je kunt heel gemakkelijk andersdenkenden uit de weg gaan. 

Dat zou ik dan willen agenderen: democratie is meer dan stemmen en juist rekening houden met iedereen.



maandag 20 januari 2014

Bestuurders met ballen die hun ambtenaren temmen?

Bestuurder met ballen
Bestuurders met ballen gevraagd! In Binnenlands Bestuur van deze week staat een interview met hoogleraar Accountancy Marcel Pheijffer die zich uitspreekt over het Openbaar bestuur. “Bestuurders ontberen financiële kennis”, is zijn constatering. Dat bekt natuurlijk niet, daarom heeft de koppenmaker er “bestuurders met ballen gevraagd” boven gezet. “Je moet het spel hard spelen”, staat er ook nog bij, zodat ik al bijna niet meer verder las, want met macho-praat heb ik niet zoveel. (hier, de kop op internet is anders). Gelukkig heb ik nog even verder gelezen, want de kop is onzin. Ook financiele kennis is het probleem niet.


Terug naar de financiële kennis, die bestuurders zouden ontberen.

Niet afstappen van het idee van lekenbestuur
Moeten bestuurders wel beschikken over voldoende kennis? We hebben lekenbestuur. Een bestuurder heeft een andere rol dan een expert. Een accountant die wethouder wordt, neemt zijn financiële kennis mee, maar dan ontstaat het gevaar dat hij zich ook gaat opstellen als accountant. De details gaan dan alle aandacht vragen en de gemeentelijke accountant en financiële medewerkers worden er vast dol van. Wel erger ik mij wild aan wethouders en raadsleden die denken dat als iets nagerekend is, het ook klopt. Elke bestuurders moet dus in grote lijnen iets weten over financiën. Wat is het baten-lasten stelsel en geen structurele dekking zoeken met incidentele baten, welke risico's lopen de gemeenten, dat is het in grote lijnen. Maar dan de volgende vraag: moeten het macho-bestuurders met kennis van financien zijn? 

Dat is zeer de vraag.

Geen verambtelijkte politici ...
Laten we maar eens kijken naar de provincie Noord Holland. Daar zat een bestuurder met ballen die geen amateur was, maar wat wist van vastgoed: Ton Hooijmaijers. Wat ging daar mis? Hadden de andere gedeputeerden meer de financiën in de gaten moeten houden? Onzin. Het was veel simpeler. Pheijffer zegt het zelf al in het interview: “Als een affiare naar buiten komt, zeggen mensen: “We wisten het wel, hij gedroeg zich als een zonnekoning”. Daar is niet zo heel veel financiële kennis voor nodig, meer gezond verstand en aandacht voor countervailing power.

Daar gaat het om. De bestuurders moeten niet ambtenaren gaan overdoen, want dat is zonde. Ze hebben een heel andere rol, ze moeten sturen en verantwoording vragen. Richting, binnen regels, ruimte, resultaat en rekenschap. Niet zelf gaan lopen uitvoeren, dan is de kans niet alleen groot dat het mis gaat omdat het hier gaat om leken, maar ook omdat corruptie en politieke spelletjes op de loer liggen.

...Maar ook geen politieke ambtenaren
En het ambtelijk apparaat? Daar ontbreekt het misschien niet aan financiële kennis, dat is in elk geval niet mijn ervaring. Wat daar mis gaat is het omgekeerde van bestuurders die experts spelen. Daar gaan de ambtenaren politiek bedrijven. In Amsterdam deed ik ooit een opdracht waarvoor ik verschillende ambtenaren moest interviewen. Daarbij verwezen ambtenaren nogal eens naar elkaar: “die was voorzitter van stadsdeel zus of van partij zo, die wil nog steeds zijn gelijk halen”, of "Hij is PvdA, dan weet je het wel". Iedereen kende elkaars politieke geschiedenis. Vooral veel PvdA, maar ook andere partijen.

Ambtenaren zijn nogal eens lastig voor politici, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Dat is wel eens een argument voor ambtenaren om niets te hoeven doen. Maar het is ook een zegen. Iemand in het ambtelijk apparaat die nog eerder gemaakte afspraken kent, die weet wat de wet zegt, die weet waarom eerdere interventies niet slaagden.

Richting, ruimte, resultaat en rekenschap
Politici hebben de taak om richting te geven. Ambtenaren om de praktische invulling te verzorgen. Dat moet niet door elkaar gaan lopen. Verambtelijke politici zijn verschrikkelijk, verpolitiekte ambtenaren ook. Het gaat niet om bestuurders met ballen en financiele kennis. Het gaat om je rol goed nemen.

maandag 13 januari 2014

Activerende overheid

Wat kan de overheid wat burgers niet kunnen? Er is veel aandacht voor leuke initiatieven in Nederland. We gaan het groen beheren, besturen de buurthuizen, zetten coöperaties op om eigen zorg in te gaan kopen. Daar is ook behoefte aan, om initiatieven vaart te geven is de bijdrage van bewoners veel belangrijker dan die van de overheid. Je zou bijna zeggen dat Nederland bruist van het initiatief. Maar het zijn vaak initiatieven waar de overheid niet zozeer faalt, maar waar mensen het zelf beter en leuker kunnen. Toch horen we vrolijk over de "terugtredende overheid". Ik ben voor een actieve overheid die mensen activeert in hun eigen belang.

Teveel aandacht voor initiatieven
Voor die initiatieven is veel aandacht, omdat het niet zo goed gaat met de inzet van burgers. Vreemd, want de inzet als vrijwilliger is helemaal niet afgenomen. (SCP grafiek).


Ja, er zijn meer mensen vrijwillig actief. Het percentage vrijwilligers is de laatste jaren geleidelijk gestegen van 24 in 2004 naar 28 in 2012. 

Maar waarom is er zoveel aandacht voor participatie?
  • Omdat een belangrijk deel van de mensen afwacht.
    ---> Dat los je niet op door anderen zich te laten inzetten
  • Omdat het aantal leden van politieke partijen en maatschappelijke organisaties daalt. De vrijwillige bijdrage is vluchtiger.
    ---> Makkelijker vind je mensen die een buurthuis een likje verf willen geven. Moeilijker vind je mensen om de vaste verantwoordelijkheid voor een opgeruimd buurthuis op zich te nemen.
Kortom de participatie neemt toe, maar blijft onder de maat bij bepaalde groepen mensen en de organisatiegraad neemt af. Geen reden om terug te treden dus.

Waarom wordt nu zoveel aandacht gegeven aan participatie?
  1. Omdat de politieke partijen de bevolking niet goed vertegenwoordigen? Dan is het lastig: kerkgangers en vooral ook hogeropgeleiden zijn bij de actieve vrijwilligers oververtegenwoordigd. Dus als niet de politiek de ruimte inricht, maar vrijwilligers, dan blijft een groep ondervertegenwoordigd. Stimuleren van initiatieven is geen oplossing voor dit probleem pas als je gericht stimuleert onder niet-actieven! Hen bijvoorbeeld echt over hun eigen buurt laten beslissen.
  2. Omdat de ingrepen van de overheid niet werken als mensen niet zelf ook verantwoordelijkheid nemen? Ook dit is een probleem dat niet opgelost wordt met meer participatie-initiatieven. Het gaat hier meer om het nemen van een eigen verantwoordelijkheid. Dat vraagt nogal wat bemoeizucht van de overheid om mensen in beweging te krijgen.
  3. Omdat we moeten bezuinigen? Dan gaat het vooral om het afschuiven van verantwoordelijkheid. De overheid vindt het moeilijk een buurthuis te sluiten en spreekt daarom enthousiast over zelfbeheer. Maar waren die buurthuizen dan opgezet in buurten waar mensen zo goed zelf verantwoordelijkheid konden nemen?
Participatieprojecten niet zinloos, maar wat is de volgende stap?
Het valt op dat de redenen om participatie te bevorderen nogal eens bedacht zijn vanuit het belang van anderen: politieke partijen, of de ambtelijke organisatie. Ik denk dat er heel veel redenen kunnen zijn om participatie te bevorderen. Participatietrajecten zijn heel nuttig. Mensen worden er gelukkiger van. De voorzieningen die je zelf opzet passen beter bij jouw voorkeuren dat de voorzieningen die de overheid opzet. Verder werken projecten die de voorlopers (vaak goed opgeleide mensen) oppakken heel langzaam door naar andere lagen van de bevolking. Prima dus, mits het gepaard gaat met een lange adem.

Activerende overheid
Maar het betekent dat er naast participatie heel veel extra aandacht zou moeten komen voor het activeren van mensen. De overheid zou niet moeten terugtreden, nee, de activerende overheid zou volop in de belangstelling moeten staan. 

Opbouwwerk om mensen die niet tot participeren komen in beweging te brengen, echt gericht op de niet-actieven dus. Dat gaat soms individueel (aan de "keukentafel") maar vaak ook als groep. Het gaat echt om de groep die achterblijft en vereenzaamt. Kijken naar de nieuwe manieren van activeren als dat niet gaat via de Maatschappij tot nut van het algemeen. Misschien maar a la wikipedia een platform bieden? Misschien daarbij ook helpen met de werving van gelden? Misschien mensen bij elkaar brengen, waarbij de een kan voorzitten en de ander dat wil leren? Ik weet het niet zo goed.

Aansluiten op de behoefte en het eigen belang
In elk geval valt er van de jongeren te leren hoe ze daarbij nieuwe media gebruiken. Daarbij zetten ze ongegeneerd mensen in hun whatsapp-groepje: die willen ze ook laten meedoen, dus dan doen ze dat. Dat doen ze uit eigenbelang en omdat ze de mensen die ze toevoegen echt kennen.

Waarom zet de sociale dienst niet ongegeneerd mensen bij elkaar om samen de eenzaamheid aan te vechten (en een baan te zoeken).


Het mooiste voorbeeld vind ik het project in Nieuwegein. "Welzijn als medicijn" heet het voorbeeld van activerend werken. (hier) "Huisartsen zien ze regelmatig in hun spreekkamer verschijnen: patiënten met klachten zonder aanwijsbare medische oorzaak. Die lichamelijke kwalen komen veelal voort uit gevoelens van ongeluk. De oplossing ligt dan ook niet bij de zorg maar bij welzijn, zegt men in Nieuwegein. Daar hebben een gezondheidscentrum en een welzijnsorganisatie de handen ineengeslagen." Dat is nu aansluiten op een behoefte en mensen die niet actief zijn echt iets bieden. Ze komen bij je voor zorg en je biedt ze activiteiten die henzelf echt helpen en beter maken.