vrijdag 23 januari 2015

Hoe exacte metingen doelen doen verdwijnen: Vlag uit voor luie corporaties

Transparantie is een belangrijke waarde tegenwoordig. We vertrouwen bedrijven niet meer vanzelfsprekend. Daarom zijn er diverse (governance) codes afgesproken en moeten bedrijven aantonen dat ze zich aan de regels en codes houden. Verder worden bedrijven geaudit en getoetst. Maar de werkelijkheid blijkt vaak minder van belang dan de oppervlakkige cijfers. Zo zien we dat meetbaarheid en harde cijfers de werkelijkheid tekort doen. Huiver over de doelmatigheid van woningcorporaties: de goede gestraft, de luie beloond.

Doelmatig en sobere bedrijfsvoering.
Corporaties zijn lang niet allemaal even goed in het letten op de kosten. Daarom moet bij een visitatie van corporaties gekeken worden hoe het staat met de doelmatigheid. Prima.

Maar de visitator moet goed controleerbaar zijn en krijgt een meetlat mee, de "Benchmark": de bedrijfslasten per huurwoning mogen niet hoger zijn dan het gemiddelde wat andere corporaties uitgeven. Daar begint een probleem te ontstaan. Natuurlijk zeggen hoge uitgaven per woning wel iets over de uitgaven, maar niet over de doelmatigheid.Toch moet de visitator zo meten. Vaak gaat dat goed, maar soms helemaal niet. Ik geef drie voorbeelden.
Uit Methodiek maatschappelijke visitaties


Corporatie in zwaar weer
Een corporatie in zwaar weer die extra werk in moet zetten om projecten te stoppen heet ondoelmatig. Dan kan je nog zeggen: had die maar niet in zwaar weer moeten komen. Maar goed. De vraag is of, gegeven de omstandigheden, de corporatie goed met zijn geld omgaat. Als je de directeur ontslaat kost dat uiteraard geld, dat drukt op de lasten per woning. Maar dat levert op termijn wel winst op! Wat als die directeur het echt niet in de vingers krijgt? Ook het inwinnen van adviezen om je risico's beter in beeld te krijgen kost geld.Allemaal heel doelmatig, maar je scoort wel slechter op "de benchmark"

Corporatie verkoopt veel
Of neem nu een corporatie die woningen heeft verkocht en pas daarna bespaart op de personeelsuitgaven (om per huurwoning  in uitgaven gelijk te blijven). Want als je ineens minder huurwoningen hebt, nemen eerst de kosten per woning toe. Deze corporatie loopt logischerwijs achter in de benchmark, heet ook ondoelmatig, maar kan wel degelijk een een gezonde, sobere en doelmatige bedrijfsvoering hebben. Iedere corporatie verkoopt wat, maar je zal maar ineens als kleine corporatie een groot complex hebben verkocht.Ook corporaties die slimme manieren vinden om woningen te verkopen aan mensen die de koop niet aandurven scoren dan slecht, want daar gaat werk in zitten. Terwijl die corporaties met de inkomsten nieuwe huurwoningen kunnen bouwen en dus misschien uitstekend werk doen voor de volkshuisvesting.

Corporatie bouwt veel
Stel dat een corporatie een groot project aan het bouwen is en daar veel werk in steekt. De huurwoningen zijn nog niet opgeleverd, dan nemen opnieuw de kosten per (huidige) huurwoning toe. Natuurlijk hebben alle corporaties wel dergelijke projecten. Maar je zal maar zoals ik bij een corporatie komen die werkt aan een project dat 200 woningen moet opleveren, terwijl de corporatie 2000 woningen bezit. Tien procent van het bezit in ontwikkeling! Uit alle metingen blijkt dat andere corporaties dat niet hebben. Dan zou je mogen zeggen dat deze corporatie duurder mag zijn dan de gemiddelde benchmark. Maar nee, de stichting die toeziet op visitaties is onverbiddelijk. Laatst trof ik een corporatie die 0,8% hoger scoorde dan de benchmark, lijkt mij in lijn, maar ik kreeg toch het verzoek een onvoldoende te geven omdat de corporatie duurder werkt dan andere corporaties.

Kortom: niets fout doen leidt tot betere cijfers op doelmatigheid, maar geen risico nemen of zelfs geen projecten meer oppakken ook. De actieve corporaties komen te boek te staan als ondoelmatig. Ten onrechte. Het is te hopen dat de corporaties zich er niets van aantrekken: dat ze doelmatigheid als doel voor ogen houden en niet alleen laag willen scoren op de benchmark