maandag 6 april 2015

Prestatiebeloning en selfserving bias



Met feitjes en bewijzen rond correlaties kom je niet ver. Mensen willen meegesleept worden en dat gebeurt niet met een bewijs dat van de 20 startups er 10 mislukken en misschien 8 een marginaal bestaan leiden. Niet alleen is het lastig om de getallen en percentages in je op te nemen, het is ook fucking BORING!  Dus niet zeggen dat die mensen mazzel hebben, maar blijven zeggen dat ze geweldenaren zijn. Dat is leuker. En daarom hebben we nog steeds prestatiebeloning.

Want mensen luisteren liever naar een meeslepend verhaal van Mark Zuckerman over hoe hij Facebook startte en daar godsgruwelijk rijk mee werd. Nou nemen die startups meestal zelf het risico, dus laat ze. Waar het mij om gaat is dat wetenschap er niet toe doet: je moet een droom hebben en die najagen. Maar de slimste venture kapitalisten (die geld in die startups steken) weten niet wie echt succes zal hebben en wie niet. Wetenschappelijk bewezen.

Geen relatie tussen prestatiebeloning en succes
Nou denk ik dat je meer succes hebt en het beter volhoudt met een mooi verhaal, maar toch is het jammer dat de wetenschap er niet toe doet (en dat die venture capitalists dat voor zich houden).
 
Zo zijn er ook mensen die met hard werken betere resultaten behalen op de beurs. Zij hebben een mooi verhaal om te vertellen! Maar er zijn er nog meer die met hard werken magere resultaten behalen. Ooit iemand op een TedX lezing horen vertellken hoe hij met hard werken waardeloos presteerde? Dat verhaal wil niemand horen! De beloning die beurshandelaren in het vooruitzicht ligt helpt niet om met hard werken betere resultaten te behalen. Ik ontken niet dat sommige mensen er harder van gaan werken, ik ontken wel dat er een relatie is met succes.  Je moet dus goed weten wat je wilt als je een prestatiebeloning invoert. Hoogstens kan je verantwoordelijkheid stimuleren door mensen eigenaar te maken van bedrijven. 

Nu over het stoppen met de prestatiebeloning bij ABNAMRO.
Als het zo is dat die prestatiebeloning eigenlijk kul is en je de gestelde doelen ook zonder goed te presteren haalt, dan kan die prestatiebeloning gezien worden als gewoon normaal loon. Dan heeft Peter Wakkie gelijk dat de bestuurders wat extra’s mogen krijgen. De redenering is dan: “Die prestatiebeloning was niet gerelateerd aan iets dat moeilijk bereikbaar was. Eigenlijk hebben we iedereen ermee belazerd. Het was gewoon normaal loon. Het stoppen van de bonus was het stoppen met gewoon loon onder een andere naam, dus hebben de leden van de RvB fors ingeleverd”.  Of, als we iets voorzichtiger zijn “het was mogelijk pech te hebben, daarom was een bonus van 500.000 van 10% onzeker. De waarde van de bonus is dan 450.000.” Iedereen is boos over Peter Wakkie. Maar eigenlijk was hij niet meer dan de boodschapper. Er zit een bepaalde logica in het verhaal. Hij zegt eerlijk dat die topmensen echt serieus denken dat ze zoveel waard zijn. 

Ik sluit overigens niet uit dat er mensen rondlopen die echt uniek veel waard zijn. Alleen is het zo moeilijk om uit te vinden wie dat is. 

Remember Van der Hoeven? 
Neem die CEO van Ahold, Van der Hoeven. Hij werd volgens mij meerdere keren topman van het jaar! Dan denkt iedereen dat hij dan wel miljoenen waard zal zijn. Maar hij bracht Ahold wel aan de rand van de afgrond. Sjoerd van Keulen, topman van SNS Reaal, was ook CEO van het jaar (in 2007). SNS moest gered worden door de overheid door avonturen gestart onder deze topman. Dat ze geweldige resultaten bereikten en dat ze enorme winsten behaalden voor de aandeelhouders was niet meer dan een mooi en meeslepend verhaal. 

Leve de grijze muis
De beste topmannen zijn eerder een grijze muis. Dat zijn namelijk mensen die zichzelf niet zo belangrijk vinden, dus die luisteren naar advies dat vervelend is. Het organiseren van tegenkracht en het je de waarheid laten zeggen is waarschijnlijk een belangrijker kwaliteit dan veel testosteron hebben en in staat zijn mensen in vervoering te brengen met je onwetenschappelijke verhaal. Mensen die meer dan 5 ton verdienen zijn meer dan anderen gevoelig voor self serving bias, het zelfbevestigende vooroordeel. Het zelfbevestigende vooroordeel zegt dat deze mensen succes aan zichzelf te danken hebben en mislukking aan anderen te wijten zijn. De prestatiebeloning draagt bij aan dat verhaal. Van Keulen en Van der Hoeven misten de tegenkracht omdat ze topmannen van het jaar waren geweest en lekker veel verdienden.  

Je zou tegen mensen als Sjoerd van Keulen en Van der Hoeven zeggen dat ze vooral naar het buitenland moeten gaan als ze daar meer verdienen. Wie weet welke concurrent van Ahold of SNS ze daar de vernieling in hadden kunnen besturen! En waarom zou dat niet opgaan voor de bestuurders van de Twentsche Bank?

vrijdag 3 april 2015

De groei van collectieve organisaties van de mensen zelf!

Het zijn boeiende tijden. Eerst groeiende concurrentie. We zien toenemende welvaart, maar ook toenemende risico's en instituties die niet meer vanzelfsprekend gezag hebben. We zien prijsdumping. De werkgelegenheid in Nederland wordt bedreigd. Mensen merken dat ze zelf risico moeten dragen als hun handel niet goed loopt. Ze worden niet automatisch opgevangen en bedenken ze dat ze daar gezamenlijk iets op kunnen vinden. En dan gebeurt het! Mensen nemen zelf de verantwoordelijkheid om deze zaken collectief te regelen en rekenen niet meer op traditionele instituties. Mensen regelen een gezamenlijke verzekering voor arbeidsongeschiktheid waarbij alle deelnemers wat geld inleggen om als een van hen ziek wordt te kunnen betalen. De leden regelen zo zelf hoe ze kunnen zorgen dat ongeluk niet onoverkomelijk is. Gilden worden opgericht. In korte tijd zie je een opbloei van collectieve initiatieven. Het is een tijd waarin solidariteit met een herkenbare groep veel aandacht krijgt. In heel Europa zie je deze aandacht terugkomen.

Voor alle duidelijkheid: ik heb het natuurlijk over de late middeleeuwen, de 11 tot vooral in de 13e eeuw.

Er was toen geen goede bescherming voor handelslieden die hun handel verloren, terwijl hun afzet in gevaar was omdat er nieuwe toetreders kwamen. Kwaliteitscriteria waren er niet meer, er werden goederen gedumpt onder de prijs, terwijl de markt internationaler(nou ja in elk geval groter) werd. De feodale tijd was op zijn retour. De koopmansgilden kwamen het eerste op om bescherming van hun handel te regelen. Daarna volgden andere ambachten die zich niet alleen beschermden tegen buitenstaanders en zo een minimuminkomen garandeerden, maar ook gingen zorgen voor een soort collectieve verzekering die we nu “Broodfonds” zouden noemen. Boeren gingen boeren op “gemene gronden”, marken en meenten. Want door samen te werken konden ze beter produceren. Er was steeds meer druk op beschikbare natuurlijke rijkdommen. Gezamenlijk werken bood schaalvoordelen. Ook de waterschappen waren vormen om collectief aan te pakken wat mensen individueel niet konden dragen. Tine de Moor gaf er aandacht aan in haar oratie vorig jaar.

Bloei van cooperaties na tijden van toenemende onzekerheid en privatisering
Interessant is dat de tweede bloei van coöperatieve werkwijzen begon nadat diverse genootschappen juist waren geprivatiseerd. Diverse gilden waren eind van de achttiende eeuw opgeheven. Het is de tijd na de Franse revolutie en Napoleon maakte zijn opmars en heeft bijna heel Europa verenigd (om zich stuk te gaan lopen op Rusland). Interessant is ook dat het oude bestel sterk gedecentraliseerd was en dat de Fransen dit centraliseerden. Te vergelijken met de zaken die eerst nationaal waren vastgesteld en nu ineens in Europa worden geüniformeerd om meer internationale concurrentie mogelijk te maken.

Blijkbaar lopen diverse historische vormen van solidariteit vast, komt er een periode van toenemende concurrentie en onzekerheid en inspireert dit mensen om gezamenlijk een coöperatie op te richten. In 1811 wordt dan in Achlum een coöperatief waarborgfonds opgericht dat uiteindelijk Achmea zou worden.

We kunnen er dus vanuit gaan dat er nu organisaties ontstaan zijn of binnenkort opgericht worden die heel groot worden. Want na de periode van privatisering en centralisatie bloeien plotseling opnieuw de coöperaties. Wie de grote coöperatie van de toekomst wordt weten we niet.

Zijn het energiecoöperaties? Die groeien als kool! Zijn het zorgcoöperaties die de eigen zorg inkopen? Het gaat in elk geval om het oprichten van collectieve activiteiten en niet-anonieme solidariteit. De gezamenlijkheid, met zijn allen eigenaar zijn: dat is een bijzondere vorm die terug is. Daar zitten de heel groten van de toekomst bij. Of blijven ze in grote betalen klein?

Het zijn boeiende tijden. Nu heb ik het wèl over deze tijd. 

Vooral ontleent aan  www.collective-action.info/sites/.../_PUB_Homo-cooperans_NL.pdf van Tine de Moor