dinsdag 13 februari 2018

Hoe sturen we onze datapolis

Van de Utrechtse professor Albert Meijer komt de constatering dat een stad tegenwoordig ook gezien kan worden als een Datapolis: een stad waar mensen te maken hebben met data en zouden kunnen beslissen over data. Nu data steeds belangrijker worden, is het goed te kijken wat er gebeurt en of er besluiten nodig zijn rond de omgang met publieke (en niet-publieke) data. Net zoals we besluiten nemen over de ruimtelijke ordening, de volksgezondheid en het verkeer. Wie neemt die besluiten?

Onontgonnen gebied
Het besluiten over de omgang met data is nog onontgonnen gebied. We lezen over Facebook en hoe data gebruikt worden om reclamegelden te kunnen innen. Maar er zijn natuurlijk veel meer data. Als je alle verkeersbewegingen in de stad op een rij zet, kun je op basis daarvan je beleid aanpassen. Dat gebeurt ook al. Je kunt bij voorbeeld als het sneeuwt alle fietsroutes strooien, maar je kunt ook op basis van data besluiten om op bepaalde fietspaden wel en andere niet te strooien. Fietsers kunnen op twitter of Instagram besluiten bij te dragen aan de effectiviteit van het strooien. Dat scheelt zout, verzilting en geld. Je kunt dan bijvoorbeeld scholierenroutes voorkeur geven. Je kunt verkeerslichten beïnvloeden op basis van verkeersgebruikers en kiezen voor meer doorstroming voor automobilisten of juist voor fietsers of het openbaar vervoer. Dat gebeurt overigens al. Het zijn alleen geen echte politieke besluiten, meer technocratische. Politiek blijft belangrijk, want wat doe je in het geval van het strooien met plekken waar ouderen wonen en niet meer naar buiten  gaan? 

Start eens met gezondheidszorg
De planning van voorzieningen rond gezondheidszorg (of juist preventie van zorg) kan verbeteren met gebruik van data. Je kunt op basis van het aantal rokers, het aantal vereenzaamden of het aantal mensen dat weinig beweegt besluiten nemen die de volksgezondheid beïnvloeden. In feite gebruik je verantwoordingsdata over wat de uitkomst is van gevoerd beleid om beleid bij te stellen.
Heel veel gegevens zijn beschikbaar zonder dat ze gebruikt worden. Zo kun je op basis van data besluiten om voor de gezondheidszorg voetgangersvoorzieningen onder de loep te nemen Maar dat soort zaken kan in Nederland ook handig zijn. Vereenzaming is misschien nog ongezonder dan niet bewegen, ook dat kan beïnvloed worden door bij de inrichting van de openbare ruimte keuzen te maken. Dus net als het gebruik van verkeersdata is er een wereld te winnen om het beleid bij te stellen (of eindelijk op te zetten).

We zijn allemaal dataproducenten
Het interessante van de data is dat er mooie combinaties mogelijk zijn. Zo wordt in de wijk Ruwaard in Oss gekeken naar wat verzekeraars, woningcorporatie, zorgverleners, gemeente en bewoners kunnen doen om mensen met problemen te helpen. Hier is sprake van een wijkbegroting of netwerkrekening, zoals ik die eerder beschreef. Zou je uitgaan van centrale sturing, dan blijven gemeentelijke data gebruikt door de gemeente. Maar ook de data van de corporatie, dienstverleners en verzekeraars blijven door henzelf gebruikt worden. Dat is zonde en kost geld, want je versterkt elkaar niet. Zo kan de gemeente, de corporatie en de zorgverzekeraar los van elkaar zien dat een bepaald gezin veel kost.

In de wijk Ruwaard in Oss hebben ze activiteiten in een gezamenlijke organisatie gezet onder toeziend oog van de wijkbewoners. De reden daarvoor is dat je moeilijk los van elkaar kunt werken. Er is een netwerk van diverse organisaties die in de wijk betrokken zijn. De corporatie ziet dat iets niet goed gaat met een bewoner omdat de huur niet betaald wordt. Vaak is het niets, maar soms is er sprake van verwaarlozing of andere problemen. Dan is het wel zo handig als anderen die hier kunnen helpen ook aan het werk kunnen. Dat kan in schuldhulpverlening zitten, maar ook in verslavingszorg of medische zorg.

Vroegsignalering spaart kosten, want als je snel bent kun je nog wat doen. Zulke situaties kunnen ook bekend raken bij overlast, waarbij de buren klagen bij de corporatie om vervolgens te merken dat in een gezin de problemen te hoog zijn opgelopen. Burenoverlast zorgt naast ergernis ook voor meer medicijngebruik: slaappillen, kalmeringsmiddelen.

Huh? Is dat ook big data? Lost de corporatie die burenoverlast op met behulp van een buurtconciërge, dan zou de verzekeraar daarmee geld besparen. Zo kun je ook aan andere organisaties denken. De schuldhulpverlening die de corporatie lange huurachterstanden bespaart is nog het simpelste. Het mooie van Ruwaard is dat op basis van data berekend kan worden wat de verzekeraar bespaart als een probleem vroeg wordt gezien en opgelost. De verzekeraar betaalt dat aan het eind van het jaar in de pot voor Ruwaard. Hier worden niet eens databestanden overgedragen en gekoppeld. Welzijnsorganisaties die er op tijd bij zijn werken ook goedkoper, je kunt per ingreep berekenen hoeveel het kost en uit vergelijking met andere wijken en het verleden zien of je goedkoper uit bent. Wie wat kan doen, doet wat en wie ervan profiteert betaalt wat op basis van eigen generieke data.

Wat gebeurt er in mijn stad Utrecht?
In Utrecht blijken ook wijken waar meer met gezondheidszorg moet gebeuren dan in andere wijken. Je ziet namelijk dat de ene wijk veel minder hulp nodig heeft dan de andere, want in welke wijk begin je? Dat is al bekend overigens: bewoners in Tuindorp, Voordorp en Wittevrouwen leven gemiddeld 72 jaar in goede gezondheid; in Overvecht is dit slechts 60 jaar. Tussen Tuindorp en Overvecht ligt slechts een spoorlijn. Dat kun je niet negeren in je stad!

Zo zien we dat over gezondheid veel meer mogelijk is als data gebruikt worden. Dat zijn allemaal besluiten die onderdeel zouden moeten uitmaken van de politieke arena.

Welke politieke arena?
De volgende vraag is natuurlijk: welke politieke arena? Albert Meijer ziet voor het sturen met data drie mogelijke vormen
-              Cockpit: het bestuur van de stad is slim voor de burgers. Discussies worden dan meer technocratisch gevoerd of worden door de gemeenteraad de politieke arena in getrokken. De data zijn centraal, de sturing is centraal
-              Hybride datapolis: Hier gaat het om samenwerking van het bestuur met met burgers en bedrijven. Data faciliteren centrale en decentrale sturing
-              Vogelzwerm: er is geen bestuur dat er over gaat, de stad is slim door de burgers   Data worden niet centraal gebruikt maar decentraal door burgers en bedrijven.
Het voorbeeld van Ruwaard pleit voor een hybride model. Maar eigenlijk moeten we vooraf al de keuze maken: welk model willen we kiezen?

Datagesprek
In gesprek met Albert Meijer kwamen we zo op de suggestie om precies dat eens een keer te bespreken: een gesprek over Utrecht als datapolis. Met gesprekstafels over de zorg, dat zou een mooi begin zijn. Dan kan het jaar erna gesproken worden over data en duurzaamheid of data en verkeer. Nodig niet alleen bewoners uit, maar ook partijen die eigen data hebben. Hoe kun je samenwerken zonder de privacy bij het gebruik van de data te schenden?

In de afgelopen periode heeft mijn gemeente stadsgesprekken georganiseerd. Over eenzaamheid, fietsen, integratie van vluchtelingen en het stadscentrum. In de komende periode zou ik daar een stadsgesprek over de Datapolis aan toevoegen.


P.S. Data en verkeer: dit gaat er gebeuren, het gebeurt al in China. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten